Tag Archives: Kristof Michiels

Hoe promoveer ik erfgoedpubliek tot coproducent?

21 dec

Veel mensen zullen gisterenavond met een dubbel gevoel naar huis zijn gegaan na de studiedag Moet er nog inhoud zijn? Erfgoed en crowdsourcing in Mechelen. Veel boeiende verhalen gehoord. Kon ook moeilijk anders met zo’n mooi, zeg maar indrukwekkend programma. Sprekers waren onder meer Clo Willaerts, Jasper Visser (Nationaal Historisch Museum – Nederland), Jan Seurinck (Flanders DC, ex-VIOE) en Kristof Michiels (M HKA, ex-Cultuurlab). Nico Wouters (SOMA) was de dwarsligger van dienst.

Hoe kan een erfgoedinstelling haar publiek tot coproducent promoveren? De aardig gevulde zaal werd gebombardeerd met mogelijkheden, voorbeelden, waarschuwingen en massa’s tips & tricks. Het ging over de Nationale Automatiek in Nederland bijvoorbeeld, de historische trekmuur moet oer-Nederlandse alledaagse objecten, en over The Itch of the Golden Nit, van Tate en Aardman Animations.

De zaal kreeg meer dan een glimp te zien van hoe overmorgen eruit zal zien. Maar wat morgen? Buitenlandse voorbeelden staan qua budget en beleid meestal net iets te ver af van de Vlaamse realiteit. Veel interessante Vlaamse crowdsourcing-voorbeelden om zich aan te spiegelen zijn er niet. Het Huis van Alijn met zijn taggingproject – en dan ben je ongeveer uitgepraat.

In de wandelgangen merkte je het meteen. De meeste Vlaamse erfgoedinstellingen zijn technologisch noch organisatorisch klaar voor sociale media en crowdsourcing, laat staan dat er binnen hun organisatie een voldoende groot draagvlak voor is. Om te gaan experimenteren is er te weinig tijd, te weinig geld. Er is, denk ik, dringend nood aan een zeer praktijkgericht steunpunt, een plaats waar erfgoedinstellingen advies en begeleiding kunnen vragen.

De aanzienlijke belangstelling voor de studiedag maakte in ieder geval opnieuw duidelijk dat de sector wakker is geworden. De Vlaamse erfgoedorganisaties hebben de sociale media ontdekt. Op 8 december gaf ik bij FARO een presentatie erfgoed en sociale media voor de Vlaamse erfgoedcellen en ook daar was de belangstelling groot. We merken het ook aan de vragen die we met Marketing en Cultuur krijgen. Iets meer dan een jaar geleden konden we Escala (Syntra) ervan overtuigen een opleiding sociale media voor musea, erfgoed en toerisme te organiseren. De eerste sessie zat binnen de kortste keren vol. Ondertussen heb ik al vijf van die opleidingen gegeven, en die waren zonder uitzondering volzet. Een van de opleidingen gaf ik trouwens aan de Mechelse dienst Erfgoed en Toerisme. Liesbeth De Ridder van de Erfgoedcel Mechelen trekt daar nu volop aan de kar. Zij was het die de studiedag van gisteren opzette.

Schoenmaker etc.

18 mrt

 

Facebook, Netlog, Twitter & co: een ochtendlijke verkenningstocht volstaat om te zien dat het aan de Vlaamse musea nog niet besteed is, een enkele uitzondering daargelaten (ik vond onder meer SMAK, MDD en M op Facebook en Musea Brugge op Netlog). Nochtans zijn het tegenwoordig dé kanalen waar je jongeren bereikt (“we krijgen die jongeren maar niet binnen in ons museum!”). En het kost je niets (“en we hebben geen budget!”). Onbegrijpelijk dan dat amper een museum een eigen fan page, brand page of groep heeft op een sociale netwerksite.

netlog-musea-brugge3Maar misschien is het toch maar beter zoals het nu is. Iets willen zijn wat je niet bent: het doet vaak pijn aan de ogen. Sociale media zijn geen klassieke websites. Wie ze enkel gebruikt om zijn tentoonstellingen aan te kondigen, en wat nevenactiviteiten – adres, tarieven en openingsuren erbij natuurlijk, want onze winkel moet draaien -, die gooit een boemerang die meteen terugkeert. Dat was ook de boodschap van ICT-onderzoeker Kristof Michiels (IBBT-SMIT) en trendwatchter Tom Palmaerts (Trendwolves) op Mind the Gap. Zodra jongeren merken dat je hen via zo’n groep, brand page of fan page iets wil aansmeren, zijn ze weg. Misschien wel voor altijd. Beter dus bij je leest te blijven.

Een klassieke website werkt top down: ik vertel, jij luistert. Op Netlog, Facebook en Twitter vertelt en luistert iedereen – op voet van gelijkheid. Musea moeten er zelf dus ook aan het vertellen gaan als ze willen meespelen, echt vertellen dan, informatie prijsgeven die ze nergens anders prijsgeven: de publiekswerker die net de iPhone heeft getest als audiogids, de marketingmedewerker die van een deal met Studio Brussel droomt, de trotse restaurator die met een filmpje toont hoe hij die vlek op het gezicht van die prachtige vrouw op het schilderij verwijdert (op de achtergrond hoor je nog net dat de radio op Studio Brussel staat), de conservator die zopas een spannende ontdekking deed over dat merkwaardige symbool daar in de hoek van hetzelfde schilderij … (de details over de bewakingscamera’s mogen de musea voor zich houden).

En musea moeten de bezoeker ook de kans geven volwaardig bij te dragen tot de museumpagina op Facebook of Netlog, hen als partners beschouwen. “We are no longer consumers. We are contributors”, zeggen ze (zie de slideshow van Tom). Kristof vond enkele inspirerende voorbeelden in de Angelsaksische wereld (waarover later meer).

Het kost inderdaad niets, zo’n brand of fan page, maar wel veel tijd en moeite. Je moet er eerst een duidelijke strategie voor uitwerken, een die niet vertrekt van de vraag ‘hoe lokken we zoveel mogelijk jongeren?’ maar ‘hoe kunnen we samen met jongeren een interessant project maken van deze pagina’s?’. Het spreekt voor zich dat het grootste deel van de museumorganisatie hierin moet meestappen, niet alleen marketing & communicatie. Allemaal niet evident als je ziet dat de modale museummedewerker in Vlaanderen al geen persoonlijk Facebook-profiel heeft. De kloof tussen musea en jongeren was al groot. Dreigt ze nu snel onoverbrugbaar te worden?