Tag Archives: jongeren

Affiches plakken

25 mei

ds facebookGod moet zijn getal hebben, dacht ik toen ik enkele politici ontwaarde in mijn Facebook-netwerk. Niet dat ik er spijt van heb. Het zijn harde werkers, dossiervreters, ik steek er wel eens iets van op. Bijvoorbeeld dat ze allemaal Facebook op een foute manier gebruiken. Uit De Standaard van dit weekend blijkt dat ze geen uitzondering zijn. En de conclusies zijn onverminderd van toepassing op de cultuursector.
De Standaard laat enkele kandidaten voor de verkiezingen van 7 juni aan het woord over hun gebruik van Facebook en aanverwante sociale netwerken. Allemaal zien het als een kanaal om snel veel mensen te bereiken, om hun ideeën kenbaar te maken, om zichzelf in de kijker te werken. Geen enkele politicus die de kiezer een hoofdrol durft te geven, die hem/haar zichtbaar laat worden in het voorgestelde programma en/of de campagne. Veel verder dan de vraag een affiche op te hangen komen ze niet.
Eenrichtingsverkeer is dat. En dat gaat in tegen de essentie van Facebook. Sociale netwerken draaien rond tweerichtingsverkeer, interactie. De wereld valt er niet langer uiteen in zenders en ontvangers, we zijn er allemaal tegelijk zender en ontvanger.
Interessant is vooral dat De Standaard ook Kirsten Verdel aan het woord laat, een Nederlandse die meewerkte aan de campagne van Barack Obama en daar een boek over schreef, Van Rotterdam Naar Het Witte Huis. “Hier bij ons blijft het nog al te veel bij eenzijdig informeren. De politici maken een Facebook-pagina aan en sporen iedereen aan op hun pagina te gaan kijken. Maar daar is geen interactie. Het gebruik van de nieuwe media staat bij ons nog in de kinderschoenen.”
En verder: “Politici willen heel graag jongeren bij hun campagne betrekken, maar doen dat meestal heel halfslachtig. Als jongeren hen vragen wat ze kunnen doen, geraken de politici niet verder dan ‘affiches plakken en op ons stemmen’. Op die manier ben je de jongeren echter meteen weer kwijt.”
Diezelfde halfslachtigheid merk je bij cultuurinstellingen die de sociale netwerken ontdekt hebben, vooral in de erfgoedsector. Veel verder dan ‘kom naar onze tentoonstelling’ geraken ze daar niet.

Schoenmaker etc.

18 mrt

 

Facebook, Netlog, Twitter & co: een ochtendlijke verkenningstocht volstaat om te zien dat het aan de Vlaamse musea nog niet besteed is, een enkele uitzondering daargelaten (ik vond onder meer SMAK, MDD en M op Facebook en Musea Brugge op Netlog). Nochtans zijn het tegenwoordig dé kanalen waar je jongeren bereikt (“we krijgen die jongeren maar niet binnen in ons museum!”). En het kost je niets (“en we hebben geen budget!”). Onbegrijpelijk dan dat amper een museum een eigen fan page, brand page of groep heeft op een sociale netwerksite.

netlog-musea-brugge3Maar misschien is het toch maar beter zoals het nu is. Iets willen zijn wat je niet bent: het doet vaak pijn aan de ogen. Sociale media zijn geen klassieke websites. Wie ze enkel gebruikt om zijn tentoonstellingen aan te kondigen, en wat nevenactiviteiten – adres, tarieven en openingsuren erbij natuurlijk, want onze winkel moet draaien -, die gooit een boemerang die meteen terugkeert. Dat was ook de boodschap van ICT-onderzoeker Kristof Michiels (IBBT-SMIT) en trendwatchter Tom Palmaerts (Trendwolves) op Mind the Gap. Zodra jongeren merken dat je hen via zo’n groep, brand page of fan page iets wil aansmeren, zijn ze weg. Misschien wel voor altijd. Beter dus bij je leest te blijven.

Een klassieke website werkt top down: ik vertel, jij luistert. Op Netlog, Facebook en Twitter vertelt en luistert iedereen – op voet van gelijkheid. Musea moeten er zelf dus ook aan het vertellen gaan als ze willen meespelen, echt vertellen dan, informatie prijsgeven die ze nergens anders prijsgeven: de publiekswerker die net de iPhone heeft getest als audiogids, de marketingmedewerker die van een deal met Studio Brussel droomt, de trotse restaurator die met een filmpje toont hoe hij die vlek op het gezicht van die prachtige vrouw op het schilderij verwijdert (op de achtergrond hoor je nog net dat de radio op Studio Brussel staat), de conservator die zopas een spannende ontdekking deed over dat merkwaardige symbool daar in de hoek van hetzelfde schilderij … (de details over de bewakingscamera’s mogen de musea voor zich houden).

En musea moeten de bezoeker ook de kans geven volwaardig bij te dragen tot de museumpagina op Facebook of Netlog, hen als partners beschouwen. “We are no longer consumers. We are contributors”, zeggen ze (zie de slideshow van Tom). Kristof vond enkele inspirerende voorbeelden in de Angelsaksische wereld (waarover later meer).

Het kost inderdaad niets, zo’n brand of fan page, maar wel veel tijd en moeite. Je moet er eerst een duidelijke strategie voor uitwerken, een die niet vertrekt van de vraag ‘hoe lokken we zoveel mogelijk jongeren?’ maar ‘hoe kunnen we samen met jongeren een interessant project maken van deze pagina’s?’. Het spreekt voor zich dat het grootste deel van de museumorganisatie hierin moet meestappen, niet alleen marketing & communicatie. Allemaal niet evident als je ziet dat de modale museummedewerker in Vlaanderen al geen persoonlijk Facebook-profiel heeft. De kloof tussen musea en jongeren was al groot. Dreigt ze nu snel onoverbrugbaar te worden?